Korte verhalen en anekdotes over het vak toezicht.

 
 
 

BOSWANDELING

Een van mijn opdrachtgevers had me gevraagd of ik samen met hen een algemeen toetsingskader kon ontwikkelen, zodat informatie op eenzelfde wijze werd beoordeeld. In een gesprek met de manager kregen we het over werken met normen.

“Daar hebben we nou juist behoefte aan, dat we vooraf een duidelijk normenkader opstellen. Mijn mensen hier maken boswandelingen.”

Ik luisterde met enige verwondering, had hij het nou echt over boswandelingen?

“Sorry, maar boswandelingen? Wat bedoel je daar precies mee?”

“Nou, zoals je een boswandeling maakt. Toezichthouders gaan op pad en kijken rond wat ze tegenkomen. Op basis daarvan komen ze dan tot een norm.”

Ik begreep niet zo goed wat die manager bedoelde. De AFM was mijn leerschool en daar formuleerden we vooraf wat we wilden zien/of wat er minimaal moest zijn. Als onafhankelijke toezichthouder kom je er niet helemaal omheen dat je de open norm toch een beetje invult. Ik had serieus geen idee wat die manager nou precies bedoelde. Als je de metafoor van de boswandeling doortrok, wat was dan de metafoor voor het werken met een vooraf uitgewerkt normenkader? Ik noteerde het in mijn hoofd, vroeg een collega of zij de metafoor ooit gehoord had (wat niet zo was) en liet het weer los. Totdat ik afgelopen maandag een sessie begeleidde om voor een project tot zo’n vooraf geformuleerde normenkader te komen.

“Dat kan toch helemaal niet? We moeten eerst onderzoek doen. Dan bepalen we wel wat voldoende of onvoldoende is. Wij kunnen toch niet vooraf die normen al bepalen.”

“Hoezo niet? Jullie hebben toch wel een beeld van wat je minimaal verwacht?”

“Jawel, maar wie zijn wij om een ondergrens te stellen?”